Wat ik vandaag heb geleerd

De mogelijke rol van het epstein-barrvirus bij de ziekte van Graves

Wel 90% van de volwassenen draagt het epstein-barrvirus bij zich. De meeste mensen raken in hun jongere jaren geïnfecteerd met dit virus via speeksel. En wanneer je eenmaal geïnfecteerd ben, nestelt het epstein-barrvirus zich onder ander in B-cellen van het immuunsysteem. En eenmaal ingenesteld, levert dit virus in een slapende staat niet zoveel schade op.

Maar er zijn momenten dat dit virus weer gereactiveerd kan worden, wat mogelijk voor schade kan zorgen. Het epstein-barrvirus wordt dan ook in relatie gebracht met verschillende soorten aandoeningen, zoals lymfeklierkanker en multiple sclerosis (MS). En op internet gaan ook verhalen rond dat het epstein-barrvirus een rol speelt auto-immune schildklierziekten, zoals de ziekte van Graves.

Voor mij is dit vooral interessant omdat ik zelf ben gediagnosticeerd met zowel MS als de ziekte van Graves en ik in mijn pubertijd geteisterd ben door de ziekte van Pfeiffer. De laatstgenoemde ziekte is een eerste manifestatie van het epstein-barrvirus.

Ik heb al eerder een blog geschreven over de link tussen het epstein-barrvirus en MS, maar over een eventuele relatie met dit virus en de ziekte van Graves was ik nog niet bekend. Ik ben daarom in de wetenschappelijk literatuur gedoken om meer te weten te komen over dit onderwerp.

De ziekte van Graves kenmerkt zich vooral door antistoffen tegen de eigen TSH-receptoren. TSH staat voor Thyroid Stimulating Hormone en is een hormoon dat in de hersenen geproduceerd wordt om de schildklier te stimuleren om de schildklierhormonen T3 en T4 aan te maken.

Doordat deze antistoffen in mijn bloed zijn aangetroffen, is bij mij de ziekte van Graves gediagnosticeerd. Gelukkig is het mij gelukt omdat van deze antistoffen af te komen door voeding en leefstijl (onder andere door te stoppen met zout, stress te verminderen en dagelijks een uur te fietsen of wandelen) en heb ik geen medicatie hoeven slikken.

Ik kwam in mijn zoektocht naar de relatie tussen de ziekte van Graves en het epstein-barrvirus een interessante studie uit 2011 tegen. In deze studie hadden onderzoekers bloed afgenomen van 66 mensen met de ziekte van Graves en 32 gezonde proefpersonen. Met deze bloedmonsters konden onderzoekers meten hoeveel antistoffen er tegen TSH-receptoren in het bloed aanwezig waren. En deze antistoffen werden vergeleken met de aanwezigheid van stofjes die kenmerkend zijn voor een opleving van het epstein-barrvirus.

Uit deze bloedmonsters ontdekten de onderzoekers dat er wel een kleine relatie was tussen de typische antistoffen die bij de ziekte van Graves te vinden was en de stofjes die een opleving van het epstein-barrvirus kenmerken. Maar als ik zelf zo de tabellen en grafieken van het onderzoek bekijk, vind ik deze resultaten niet heel overtuigend.

Daarnaast waren er ook mensen met een hoog aantal antistoffen tegen TSH-receptoren die nauwelijks of zelfs geen kenmerkende epstein-barrvirus stofjes in hun bloed hadden. En andersom waren er ook proefpersonen met de ziekte van Graves die veel kenmerkende epstein-barrvirus stofjes in hun bloed hadden, maar weinig antistoffen tegen TSH-receptoren.

De onderzoekers geven in hun conclusie aan dat er mogelijk andere virussen een rol spelen die het immuunsysteem van mensen met de ziekte van Graves van de kaart hebben gebracht, wat uiteindelijk voor de aanmaak van deze antistoffen gezorgd kunnen hebben. Ook laten zij weten dat er meer onderzoek gedaan moet worden om meer duidelijkheid te krijgen over een eventuele reactie tussen de ziekte van Graves en het oplevingen van het epstein-barrvirus.

En als ik zelf de tabellen en grafieken bekijk van het onderzoek, krijg ik nou niet het idee dat een opleving van dit virus de boosdoener is bij de ziekte van Graves.

Toen ik zelf in 2018 begon aan een zware medische kuur (Lemtrada) om mijn MS in toom te houden, was ik al gewaarschuwd voor een hoge kans op het krijgen van een auto-immune schildklieraandoening. Wel 30% van de mensen die zo’n kuur ondergaat krijgt ook de ziekte van Graves of Hashimoto. Maar de eerste symptomen van de ziekte van Graves zijn bij mij pas opgekomen toen ik te maken kreeg met een hoge mate van stress.

Volgens een vriendin van mij was het een opeenstapeling van levensveranderende gebeurtenissen die mij destijds veel stress heeft gegeven. Iets wat eigenlijk een positieve draai aan mijn leven gaf, bracht mij ook veel stress:

Ik ontmoette mijn aanstaande. Zo’n twee weken na onze eerste ontmoeting waren we al onafscheidelijk. Maar hij woonde op het platteland, ik in de stad. Ik ben heel snel bij hem ingetrokken. Wat ervoor heeft gezorgd dat ik wat verder moest reizen om mijn sociale leven te kunnen onderhouden en ik opeens veel auto moest rijden, iets wat ik daarvoor maar eens per half jaar deed.

Ik heb een hekel aan autorijden, vooral aan parkeren. Tot overmaat van ramp heb ik zelfs een keer tijdens het parkeren in de stad een ongeluk veroorzaakt, waardoor ik bijna met auto en al in de gracht belandde. Dit is niet goed voor je stressniveau, kan ik je wel vertellen.

Daarnaast probeerde ik mijn sociale contacten net zo vaak te zien als ik in mijn vrijgezelle dagen deed. Maar we weten allemaal dat als je verliefd bent, je graag bij je geliefde wilt zijn. Plichtsgetrouw ging ik nog regelmatig naar de stad om mijn vrienden te zien, terwijl ik daar dus veel minder tijd voor had. En het gevoel dat je sociale contacten moet onderhouden, terwijl dit eigenlijk niet meer zo goed in je schema past, levert ook de nodige stress op.

Tenslotte had ik in het weekend opeens twee stiefkinderen. Allebei een schatten van een jongens, maar als je jaren gewend bent om alleen te wonen, dan kun je wel spreken van een levensveranderende gebeurtenis.

Een paar maanden nadat ik mijn aanstaande had ontmoet, kreeg ik dus een telefoontje van mijn arts dat er iets niet goed was met mijn bloedwaarden en dat ik beter langs kon gaan bij een internist om mijn schildklier te laten onderzoeken.

Ik ben ondertussen gestopt met autorijden (ik doe er liever drie keer zo lang over mijn reis met het openbaar vervoer dan dat ik in de stad moet parkeren) en het is mij ook gelukt om op andere vlakken stress te verminderen.

Stress is zo funest. Stress was namelijk ook de boosdoener bij het ontstaan van mijn eerste MS symptomen. Dat is voor mij een goede reden om stress zoveel mogelijk te vermijden. Maar zoals gebleken: helaas ontkom je er niet altijd aan…

Bron

Nagata, K. et al. (2011). The Influence of Epstein-Barr Virus Reactivity in Patients with Graves’ Disease. Viral Immunology 24(2), 143-149.

Gepubliceerd op:

Geschreven door:

Lees meer over:

, , ,

You cannot copy content of this page