Ik werd gebeld door mijn MS-verpleegkundige over mijn volgende MRI. Omdat ik nu zwanger ben, is mijn jaarlijkse MRI uitgesteld tot na de bevalling. (Ik heb multiple sclerose en ik krijg daardoor jaarlijks een MRI om de voortgang of stabiliteit van deze ziekte in de gaten te houden.) Mijn MS-verpleegkundige gaf aan dat mijn neuroloog graag wil dat er contrastvloeistof wordt gebruikt bij deze MRI. Maar mocht ik mijn pasgeboren baby dan borstvoeding geven, dan zou ik de eerste 24 uur na de MRI af moeten kolven en niet aan mijn baby moeten geven.
Elk jaar geef ik weer aan mijn neuroloog aan dat ik liever geen gebruik maak van het contrastvloeistof bij het ondergaan van de MRI. Dit om drie redenen:
- De laatste 4 of 5 MRI’s zijn zonder contrastvloeistof uitgevoerd en dat ging allemaal goed. Als ik nu een MRI met contrastvloeistof zou ondergaan, zijn er misschien nieuwe plekjes te zien die er de vorige jaren ook zaten, maar toen nog niet gezien waren. Dit kan weer reden zijn voor paniek, terwijl er helemaal niks aan de hand hoeft te zijn. (Ik voel me verder ook goed.)
- Het contrastvloeistof wordt met een klein infuus ingebracht. Ik heb een gruwelijke hekel aan infusen. Ik wil liever niet zien dat er iets onnatuurlijks mijn lichaam ingaat, dit maakt me duizelig.
- Ik kan me vaag herinneren dat ik een paar jaar geleden een onderzoek was tegengekomen waaruit bleek dat de contrastvloeistof niet zo heel goed is voor je hersenen. En als mijn contactpersoon van het ziekenhuis al aangeeft dat ik de eerste moedermelk na de MRI beter niet aan mijn baby kan geven, wat zegt dat dan over de samenstelling van dit goedje?
Vooral door dit laatste leek het me interessant om weer eens de wetenschappelijke literatuur in te duiken en op zoek te gaan naar de veiligheid van contrastvloeistof dat wordt gebruikt bij MRI’s. Wat ik vervolgens vond bij het uitpluizen van wetenschappelijke artikelen, deed mij verbazen. (Zie onderaan deze blog welke bronnen ik zoal gebruikt heb.)
Contrastvloeistof is op basis van het chemische element gadolinium. Al meer dan 30 jaar wordt contrastvloeistof met gadolinium gebruikt en hierdoor is het mogelijk om de effecten en bijwerkingen van dit goedje te analyseren. Eén aandoening wordt in ieder geval duidelijk in verband gebracht met contrastvloeistof. Dit is nefrogene systemische fibrose, een ernstige ziekte met een verharding van de huid. Deze aandoening is zeer zeldzaam en komt alleen voor bij mensen met een slechte nierfunctie die contrastvloeistof met gadolinium toegediend krijgen.
Lange tijd heerste het idee dat mensen met een goede nierfunctie de gadolinium na toediening snel weer uitplassen. Bij mensen met een slechte nierfunctie gebeurt dit dus minder goed en kan deze huidaandoening ontstaan. Nefrogene systemische fibrose is dan ook een aandoening die pas in 1997 voor het eerst is waargenomen. Wetenschappers suggereren daarom dat nefrogene systemische fibrose door menselijk toedoen is ontstaan en niet van nature voorkomt.
Dat je de gadolinium weer uitplast na toediening, kan verklaren waarom mijn MS-verpleegkundige suggereert dat ik de eerste 24 uur na de MRI zou moeten afkolven. Zou de contrastvloeistof dan minder schadelijk zijn voor mijn baby als ik een aantal keer geürineerd heb?
Dit brengt mij op de volgende ontdekking dit ik gedaan heb na het lezen van de wetenschappelijke literatuur over contrastvloeistof: er bestaat zoiets als gadolinium-geassocieerde plaque. Ondanks dat op websites van ziekenhuizen staat beschreven dat contrastvloeistof veilig is en dat mensen met een goede nierfunctie de gadolinium snel weer uitplassen, blijkt de gadolinium zich op te hopen in de hersenen, botten en haren. Ook bij mensen met een goede nierfunctie.
Onderzoeken hebben namelijk aangetoond dat er bij mensen die één of meerdere keren contrastvloeistof toegediend hebben gekregen, een ophoping van gadolinium terug te vinden is in de hersenen. Deze ophopingen waren niet terug te vinden bij mensen die geen MRI met contrastvloeistof hadden ondergaan.
Wat zijn de gevolgen van deze ophopingen? Zou dit de MS kunnen verergeren? Of zou dit tot andere aandoeningen, zoals dementie, kunnen leiden?
Sinds een jaar of 6 is hier in de wetenschappelijke wereld meer aandacht voor en wordt er ook gesproken van een aandoening genaamd Gadolinium Deposition Disease (GDD). In een wetenschappelijk artikel uit 2023 beschrijven onderzoekers dat er mensen zijn met gadolinium ophopingen in hun hersenen die nergens last van hebben. Maar dat er ook mensen zijn die tot een maand na de toediening van het contrastvloeistof klachten kunnen ervaren als vermoeidheid, verminderde concentratie (hersenmist), verminderd geheugen, gewrichtspijn, pijn in de botten, branderige prikkels in het torso, benen en armen, vermoeidheid, hoofdpijn, onwillekeurige samentrekkingen van spieren en veranderingen op de huid. Deze klachten scharen zij dan onder Gadolinium Deposition Disease.
Blijkbaar zijn blanke vrouwen van Europese afkomst hier het meeste bevattelijk voor. Daarna is dit ook aangetroffen bij blanke mannen van Europese afkomst, maar dit lijkt nauwelijks voor te komen bij mensen met een Oost-Aziatische of Afrikaanse achtergrond.
Wanneer de eerste symptomen van GDD zich aandienen varieert van het moment direct na de blootstelling aan contrastvloeistof tot een maand later. Nou heb ik het altijd vreemd gevonden dat ik een nieuw ‘MS-symptoom’ opmerkte vlak nà mijn diagnose, dus nà mijn eerste MRI. Dit zijn vervelende, branderige sensaties in mijn benen. Vóór mijn diagnose, en dus vóór mijn eerste MRI, had ik hier geen last van. En nu ik dit in het lijstje van symptomen van het Gadolinium Deposition Disease teruglees, begin ik mij af te vragen of dit wel een MS-symptoom is, of dat dit komt door de toediening van de contrastvloeistof.
Overigens hebben medisch professionals de contrastvloeistof in die tijd bij mij ingebracht zonder mij hiervan op de hoogte te stellen, laat staan mijn toestemming hiervoor te vragen.
De onderzoekers van het artikel uit 2023 geven ook aan dat het onverstandig is om mensen die eenmaal zijn gediagnosticeerd met het Gadolinium Deposition Disease, geen nieuwe contrastvloeistof te geven, om verergering van de GDD te voorkomen. En nu vraag ik me af of de klachten die ik kreeg na mijn MRI helemaal voorkomen hadden kunnen worden, als ik geen contrastvloeistof had gehad.
Het interessante is dat het Amerikaanse FDA (U.S. Food & Drug Administration) in 2017 een waarschuwing heeft afgegeven voor het gebruik van contrastvloeistof op basis van gadolinium. De FDA geeft aan dat het herhaaldelijk gebruik van contrastvloeistof wordt afgeraden. Maar deze instelling beveelt echter wel aan om het contrastvloeistof te gebruiken bij de nodige MRI scans.
Van mijn neuroloog krijg ik te horen dat de kwaliteit van MRI scans de afgelopen jaren is verbeterd. Heeft contrastvloeistof dan nog wel een toegevoegde waarde? En is mijn neuroloog op de hoogte van het nieuw ontdekte Gadolinium Deposition Disease?
Ik ben in ieder geval blij dat ik zelf kritisch ben en me bij alle medische ingrepen afvraag of ik er beter of juist zieker van wordt. Door wat ik vandaag geleerd heb, zal ik sowieso alle toekomstige contrastvloeistof afwijzen.
Bronnen
US Food and Drug Administration (2017). Medical Imaging Drugs Advisory Committee Meeting, FDA briefing document: Gadolinium retention after gadolinium-based contrast magnetic resonance imaging in patients with normal renal function, 27–28.