In een eerdere blog noemde ik al dat een teveel aan ROS niet goed is voor je lijf. Bij een disbalans tussen de aanmaak van ROS en het opruimen van deze ROS door antioxidanten ontstaat er oxidatieve stress, met beschadiging van eiwitten, DNA en andere moleculen als gevolg. Een beschadiging van het DNA betekent een minder goede celdeling, wat weer kan leiden tot het ontstaan van tumoren.
En uit onderzoek blijkt dat mensen met multiple sclerose (MS) meer ROS in hun lijf hebben dan gezonde mensen. Ik ben op zoek naar de mogelijke oorzaken hiervan en wat ik hier eventueel tegen zou kunnen doen, zodat ik het aantal ROS binnen de perken en mijn MS stabiel houd.
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. ROS lijken namelijk ook een functie te hebben in je lijf. In de wetenschappelijke literatuur spreken onderzoekers van twee soorten oxidatieve stress: oxidatieve ‘dis’stress en oxidatieve ‘eu’stress. Oxidatieve distress is dan een schadelijke vorm van oxidatieve stress, terwijl er over oxidatieve eustress spreekt als het lichaam gecontroleerd ROS aanmaakt om ziekteverwekkers, dode cellen en celresten op te ruimen.
In een vorige blog noem ik dat ROS standaard worden aangemaakt wanneer mitochondriën zuurstof en glucose omzetten in energie. Wanneer deze ROS niet voldoende worden opgeruimd, ontstaat er dus oxidatieve ‘dis’stress. Maar wanneer de aanmaak van ROS binnen een cel goed geregisseerd wordt, kan dit juist een gunstig effect hebben voor de cel.
Het immuunsysteem bestaat uit verschillende soorten cellen, waaronder de witte bloedcellen in je bloedbaan. Eén type witte bloedcel, de macrofaag, is in staat om mogelijke ziekteverwekkers ‘op te ruimen’. Een macrofaag omsluit dan een schadelijke bacterie of een andere soort ziekteverwekker, zoals eencellige parasieten. Om deze bacterie dan onschadelijke te maken, zijn er binnen de macrofaag meerdere bestanddelen die de bacterie in stukjes kunnen knippen. Voorbeelden hiervan zijn enzymen, maar dus ook ROS. Een macrofaag produceert dan ROS als deze een bacterie of een andere ziekteverwekker signaleert.

Overigens lijkt de productie van ROS door macrofagen geen gunstig effect te hebben op virussen, maar daar moet nog extra onderzoek naar gedaan worden.
Ook blijkt uit onderzoek naar mensen en naar muizen dat wanneer macrofagen minder ROS produceren, er ook minder sprake is van tumorontwikkeling en tumorgroei. Dus aan de ene kant helpt de productie van ROS in macrofagen bij het bestrijden van bacteriën, maar aan de andere kant kunnen deze ROS dus ook bijdragen aan het ontstaan en de progressie van kanker. Eveneens is uit onderzoeken met muizen bekend dat de ROS geproduceerd door macrofagen, bijdragen aan het ontstaan van levervetting wanneer de muizen een vetrijk dieet krijgen.
Misschien geldt dan hier ook dat ‘te’ veel ROS niet goed is, ook al worden deze door het immuunsysteem geproduceerd.
ROS worden in je lijf onschadelijk gemaakt door anti-oxidanten. Je kan zelf extra anti-oxidanten nemen om je lichaam hierbij een handje te helpen. Toch blijkt uit meerdere studies dat het nemen van extra anti-oxidanten niet de sterftekans verlaagt. Sterker nog, uit sommige onderzoeken blijkt dat het slikken van extra vitamine E, vitamine A en Beta-caroteen de sterftekans zelfs verhoogt! (Voor mij is dat in ieder geval weer een bevestiging dat het goed is dat ik geen multivitaminen slik. De enige vitaminen die ik dagelijks neem zijn vitamine D, vitamine B12 en foliumzuur omdat ik zwanger ben.)
Zouden we dan toch wat ROS nodig hebben als ook het eten van anti-oxidanten niet zoveel effect heeft op het sterftecijfer? Andere onderzoekers geven ook aan dat een lage aanwezigheid van ROS juist een gunstig effect heeft, terwijl een hoge aanwezigheid dan weer schadelijk is. En dan maakt het niet uit of deze door mitochondriën of door macrofagen wordt geproduceerd.
Misschien kan de rol van ROS bij autofagie hierbij het één en ander verklaren. Autofagie is het fenomeen waarbij cellen zelf beschadigde celelementen ‘opeten’. Deze celelementen worden dan omgezet in nieuwe bouwmaterialen en ook energiebronnen voor de cel. Autofagie vindt daarom ook vaak plaats als er een gebrek is aan glucose of aminozuren. Dit komt bijvoorbeeld voor als je lange tijd aan het vasten bent. Doordat de cel dan zijn eigen beschadigde elementen vervangt, blijft de cel langer gezond.
En blijkbaar dragen ROS ook bij aan het proces van autofagie. En nou zijn er ook onderzoeken waaruit blijkt dat extra antioxidanten autofagie af kunnen remmen. Je zou daarom denken dat teveel antioxidanten dan weer niet goed zijn, wat ook overeenkomt met de onderzoeksresultaten dat het slikken van teveel vitamine E, A en Beta-caroteen juist een averechts effect hebben.
Toch is er ook een onderzoeker (Niki, 2016) die aangeeft dat deze conclusie niet te snel gemaakt moet worden, omdat er ontzettend veel verschillende soorten ROS zijn en ontzettend veel verschillende soort antioxidanten. Deze verschillende typen ROS en antioxidanten hebben dan ook elk hun eigen kenmerken en functies. Je zou dan al die kenmerken, functies en hun onderlinge interactie beter moeten bestuderen, voordat je hier conclusies uit kan trekken.
Daarnaast is er in de wetenschappelijke literatuur ook nog wel discussie in hoeverre autofagie gunstig is of niet. Onderzoekers die ervan uitgaan dat autofagie een negatief effect heeft op ziekte verloop, prijzen antioxidanten daarom aan. Ik zal voor een volgende blog nog uitwerken wat dan precies de voor- en nadelen zijn van autofagie.