Wat ik vandaag heb geleerd

Sulprostone kan een achterblijvende placenta uitdrijven

Na de geboorte van mijn dochter heeft de verloskundige van het ziekenhuis zonder mijn toestemming aan de navelstreng getrokken om de placenta eruit te halen. Na een goed gesprek met de bewuste verloskundige en de aanwezige gynaecologen bleek dat ik door het verlies van ongeveer 500 ml bloed na de bevalling een verhoogd risicofactor had op nog meer bloedverlies. (Meer hierover in deze blog.)

Ik had het natuurlijk prettiger gevonden als de verloskundige mij hier beter over had voorgelicht en met mij had overlegd voordat ze eigenhandig besloot de placenta al na een half uur uit mijn baarmoeder te verwijderen.

Wat daarna volgde was namelijk niet prettig: de placenta was er namelijk niet heel uitgekomen, waardoor er nog placentaresten in mijn baarmoeder achterbleven. Ik werd snel naar de OK gereden om daar operatief de placentaresten eruit te laten halen. Ik verloor die dag in totaal 2 liter bloed.

Dat het niet toen gelukt was om alle placentaresten eruit te halen, bleek 6 weken later toen het vloeien niet was opgehouden, maar juist erger was geworden. Ik ging wéér naar de OK, wéér onder narcose en ik verloor wéér 2 liter bloed. En nu lijken zich er nog steeds placentaresten in mijn baarmoeder te bevinden…

Als je zoveel bloed verliest als vrouw (een gemiddelde vrouw heeft schijnbaar maar 4,5 liter bloed), dan moet de operatie stilgelegd worden om meer bloedverlies te voorkomen. Mijn man vroeg zich af wat de artsen dan doen om ervoor te zorgen dat het bloeden stopt. En deze vraag heeft hij ook gesteld toen we met de verloskundige en gynaecologen om de tafel zaten.

Blijkbaar hebben zij mij aan het eind van de operaties het middel Nalador gegeven, wat ervoor zorgt dat de baarmoeder krimpt en de bloedingen ophouden. Dit gesprek spookte nog dagen door het hoofd van mijn man en hij kwam toen met een interessante gedachte. Hij vroeg mij waarom de zorgverleners mij dan niet meteen dit middel hadden gegeven toen bleek dat ik voor de geboorte van de placenta al veel bloed verloor.

Ik vond dit een goede vraag en ben eens op zoek gegaan naar dit middel. En ik kwam op internet een protocol tegen voor het gebruik van dit geneesmiddel. In dit protocol las ik dat wanneer er sprake is van een bloeding na de bevalling, voordat de placenta wordt geboren, eerst het gebruik van oxytocine wordt aangeraden. Maar wanneer het gebruik van oxytocine niet effectief is (vermoedelijk voor het uitdrijven van de placenta), onmiddellijk Nalador toegediend moet worden.

Bij mij is na de bevalling ook meerdere malen oxytocine toegediend om weeën op te wekken en de placenta uit te drijven. De placenta was er dus niet binnen een half uur uitgekomen en ik was dus wel al ongeveer 500 ml bloed verloren. Hadden de zorgverleners dan inderdaad Nalador moeten toedienen?

Vervolgens ben ik in de wetenschappelijke literatuur gedoken om te kijken of er onderzoeken zijn gedaan naar het gebruik van Nalador vóórdat de placenta eruit is. Ik kwam inderdaad een studie tegen waarbij onderzoekers de werking van sulprostone (sulprostone is het werkzame stofje van het medicijn genaamd Nalador) testten op vrouwen met een achterblijvende placenta.

Dit onderzoek werd uitgevoerd van 2007 tot en met 2010 op 126 vrouwen met een achterblijvende placenta in een ziekenhuis in Finland. Een achterblijvende placenta werd vastgesteld wanneer deze zich na 60 minuten na de bevalling nog steeds in de baarmoeder bevond. Vrouwen die gedurende deze 60 minuten minder dan 1 liter bloed waren verloren, kregen na deze 60 minuten een infuus met sulprostone. Vrouwen die wel veel bloed verloren, werden meteen naar de OK gereden om de placenta operatief te verwijderen. Dit gebeurde dan door middel van een manuele placentaverwijdering, waarbij de gynaecoloog met de hand de baarmoeder ingaat om de placenta eruit te halen.

De eerste groep vrouwen ontving, na deze 60 minuten dus, een half uur lang dit middel, waarbij elke 10 minuten controlled cord traction werd toegepast. Controlled cord traction is een manier om de placenta eruit te krijgen door lichtjes aan de navelstreng te trekken en tegelijkertijd de baarmoeder te masseren. (En blijkbaar verschilt per zorgverlener hoe dit toegepast wordt, mijn man en ik hebben namelijk het idee dat dat bij mij niet ‘lichtjes’ ging.)

Ik vroeg me meteen af hoe deze zorgverleners in Finland elke 10 minuten gedurende 30 minuten controlled cord traction toe konden passen, aangezien er over het algemeen sprake is van slechts één placenta. Ik vermoed dan dat zij elke 10 minuten lichtjes aan de navelstreng gevoeld hadden of de placenta al losgelaten had van de baarmoederwand of niet.

Een placenta zit namelijk tijdens de zwangerschap vast aan de baarmoederwand, maar na de bevalling van de baby moet deze uit zichzelf hiervan loskomen. Wanneer deze los is, geeft deze namelijk makkelijk mee als je aan de navelstreng trekt. Als deze nog vast zit en je trekt hard aan de navelstreng is de kans natuurlijk groot dat je de placenta kapot trekt. Zoals bij mij het geval was.

Het protocol van het onderzoek schreef voor dat wanneer de placenta er na 30 minuten nog niet geboren was, de dames alsnog naar de OK werden gereden om de placenta manueel te verwijderen.

Bij 50 van de 126 vrouwen van dit onderzoek kwam de placenta er binnen deze 30 minuten met behulp van sulprostone uit. Dit is 39,7 procent. Bij 76 vrouwen bleef de placenta er ondanks de sulprostone stug zitten. Dit is 60,3%.

Maar bij de vrouwen uit de eerste groep was er sprake van significant minder bloedverlies. Dit was gemiddeld 582 ml. De andere groep vrouwen kwam er minder goed vanaf. Het ging hier om gemiddeld 1275 ml.

Maar ik vraag me vooral af wat er gebeurd was als ik de keuze had gekregen om nog even te wachten op een spontane geboorte van de placenta en eventueel die Nalador had gekregen om mij daarbij te helpen. En er wat minder hard aan de navelstreng was getrokken. Dat is helaas iets wat ik nu nooit zal weten…

Bron

Stefanovic, V., Paavonen, J., Loukovaara, M., Halmesmäki, E., Ahonen, J. & Tikkanen, M. (2012). Intravenous sulprostone infusion in the treatment of retained placenta. Acta Obstetricia et Gynecologica Scandinavica 92(4), 426-432.

Gepubliceerd op:

Geschreven door:

Lees meer over:


You cannot copy content of this page