Wat ik vandaag heb geleerd

Waarom informed consent tijdens de bevalling zo belangrijk is

Woensdagochtend 9 augustus 2023 is mijn prachtige dochter geboren. De bevalling was zo te zeggen echt… een bevalling. Ik dacht ‘zo’n bevalling doen we effe’, maar dat viel vies tegen. Maar die houding heeft er in ieder geval wel voor gezorgd dat ik er niet enorm tegen op zag.

Toen mijn dochter met hulp van de gynaecoloog en verloskundig ter wereld kwam, kon ik haar tussen mijn benen door aanpakken en op mijn borst leggen. Dat was heel bijzonder, maar op het moment zelf was ik zó ontzettend moe van de bevalling dat de tranen nog niet kwamen (die kwamen later wel).

Ik genoot samen met mijn man van die kleine op mijn borst die zolang in mijn buik had gezeten. En voordat ik het wist begon de verloskundige aan de navelstreng te trekken, omdat mijn placenta nog niet geboren was. Blijkbaar was er alweer een half uur verstreken en was de placenta er nog niet uit zichzelf uitgekomen.

Doordat ik ook wat bloed was verloren, begon de verloskundige zich blijkbaar zorgen te maken en zag zij de noodzaak om actief de placenta geboren te laten worden door middel van Controlled Cord Traction.

Dit ging uiteindelijk minder goed dan de verloskundige gehoopt had: de placenta kwam er niet heel uit en er bleken nog placentaresten in mijn baarmoeder te zitten. Ik werd snel naar de OK gereden om deze placentaresten operatief te verwijderen. En onderweg naar de OK kreeg ik een wee, waarbij ik 900 ml bloed verloor.

Nadat ik ontwaakte uit de narcose werd mij verteld dat ik in totaal twee liter bloed was verloren. En daar bleef het niet bij…

Zes weken later kwam ik op nacontrole bij de gynaecoloog die mijn dochter ter wereld had gebracht. Uiteraard bracht ik tijdens dit gesprek ter sprake dat ik de gang van zaken twijfelachtig vond. En ik stelde haar de vraag: Was de placenta niet uit zichzelf geboren als de verloskundige nog langer gewacht had? Die vraag was al weken aan het rondzingen in mijn hoofd spelen omdat ik onderweg naar de OK een wee had.

De gynaecoloog antwoordde dat ik door het gebruik van wee-opwekkers (oxytocine) in de persfase van mijn bevalling een grotere kans had op verhoogd bloedverlies. En dat de verloskundige waarschijnlijk dit bloedverlies wilde voorkomen. Naderhand zocht ik thuis natuurlijk op oxytocine inderdaad tot een verhoogde kans op bloedverlies leidt. Meer hierover in deze blog.

En tijdens ditzelfde gesprek vertelde ik mijn gynaecoloog dat ik nog steeds aan het vloeien was, wat niet zo hoort te zijn zes weken na de bevalling.

Ze maakte meteen een echo en op die echo kon zij zien dat er nog steeds placentaresten te vinden waren. Ze plande een hysteroscopie in, zodat ze met een camera de placentaresten in mijn baarmoeder beter kon bekijken en deze nauwkeurig kon verwijderen.

En om wat te kunnen zien met zo’n hysteroscopie moeten de bloedingen in de baarmoeder al wat zijn ingedroogd. Mijn gynaecoloog had de goede hoop dat dat vier weken later in mijn geval wel gebeurt zou zijn, dus zij plande deze hysteroscopie vier weken later in.

Maar helaas, het bloeden werd niet minder, maar juist erger. Twee keer voelde ik een enorme homp uit mijn baarmoeder mijn broekje indalen. Was dit een stuk placenta? Of toch een bloedstolsel? We hadden foto’s gemaakt, stuurden dit door naar een oud-huisarts uit mijn mans contactenlijst en deze gaf aan dat dit waarschijnlijk om bloedstolsels ging.

Maar het was weekend, dus ik zag pas na het weekend weer een gynaecoloog. Vanwege de bloedstolsels, besloot zij nog dezelfde dag een curettage in te plannen. Afijn, ik weer onder narcose. En ik werd weer wakker met de mededeling dat ik wéér twee liter bloed was verloren. Ook gaf mijn gynaecoloog aan dat ze het vermoeden had dat het haar niet gelukt was om alle placentaresten in één keer te verwijderen: er waren op de echo nog placentaresten te zien, maar die kon ze niet vinden met haar curette.

Mijn man was woest. Ik was ook boos, al was mijn man wat expressiever in zijn boosheid dan ik. Twee keer in een korte tijd was ik twee liter bloed kwijtgeraakt. Wat nou als de verloskundige gewacht had en mij de kans had gegeven om de placenta spontaan geboren te laten worden?

Dan had ik dit misschien wel niet mee hoeven maken. De gevolgen zijn namelijk niet mis. Niet alleen ben ik twee keer twee liter bloed verloren, waarvan ik moest herstellen in mijn kraamtijd. Maar bloedverlies en de overgebleven placentaresten in de baarmoeder zorgen ervoor dat je melkproductie een stuk lager is (zie de wetenschappelijke bronnen onder deze blog).

En omdat het niet bekend is of alle placentaresten nu wel of niet verwijderd zijn, staat er over een maand weer een operatie gepland. Ditmaal wel een hysteroscopie, zodat de gynaecoloog met een camera in mijn baarmoeder kan kijken.

Ook kon ik de eerste dag geen borstvoeding geven vanwege die medicatie die ik bij de operatie had gekregen. In de eerste kraamweek hadden de verloskundige (een andere dan die in het ziekenhuis) en de kraamhulp een plan opgezet om mijn melkproductie omhoog te krikken. Dit leek aanvankelijk te werken. Maar in de weken erna was onze dochter nog erg onrustig. Als ik haar een uur lang aan de borst had, had ze daarna nog steeds honger. Dan maar een flesje kunstvoeding erin en ze werd rustig.

Daarnaast is mij ook op deze manier de kans ontnomen door bij een eventuele volgende bevalling de placenta spontaan geboren te laten worden. Doordat ik nu medische ingrepen heb gehad in mijn baarmoeder, is de kans nu groter dat de placenta vast blijft zitten. Het protocol is dan dat een gynaecoloog sowieso de placenta onder narcose zal verwijderen. Dan heb ik weer niet de kans om mijn eventuele toekomstige zoon of dochter de eerste dag borstvoeding te geven. En bovendien is er dan weer een kans van 70% dat ik bij zo’n ingreep weer meer dan een liter bloed verlies.

Ik had door deze onvrede een second opinion aangevraagd. Niet geheel toevallig kregen mijn man en ik een second opinion van de oud-begeleider van mijn gynaecoloog in een naburig ziekenhuis. Wij hebben duidelijk onze onvrede over de gang van zaken geuit naar deze arts. Vermoedelijk had hij daarna contact gezocht naar zijn oude arts-in-opleiding, want niet snel daarna kreeg ik de uitnodiging om wat dingen uit de spreken met de gynaecologen en de verloskundigen die bij de bevalling aanwezig waren.

Natuurlijk had ik dit gesprek goed voorbereid door de nodige wetenschappelijke publicaties en protocollen van het ziekenhuis te verzamelen. En op de dag zelf vond ik nog voor de aanvang van dit gesprek een voor mij zeer relevant onderzoek.

Het gaat om een onderzoek dat uitgevoerd is in het Diaconessenhuis in Utrecht, met als doel om te onderzoeken in hoeverre bloedverlies toeneemt als de spontane geboorte van placenta later plaatsvindt. Deze uitkomsten vergeleken ze meteen met de kans op verhoogd bloedverlies bij een operatieve placentaverwijdering (en dan bedoel ik de zogenaamde ‘manuele placentaverwijdering’ dat onder narcose plaatsvindt).

Uit deze resultaten blijkt dat de kans op bloedverlies inderdaad toeneemt, naarmate het langer duurt voordat de placenta geboren wordt. Als de placenta binnen 10 minuten na de bevalling plaatsvindt, dan is de kans op verhoogd bloedverlies (met verhoogd bloedverlies bedoel ik bloedverlies van meer dan 1 liter bloed) slechts 3.7%. En wanneer de placenta meer dan een uur later tevoorschijn komt is de kans op verhoogd bloedverlies 21,2%.

Dit percentage is inderdaad toegenomen, maar dit is niets vergeleken met de kans op verhoogd bloedverlies bij een operatieve placentaverwijdering: dit is namelijk 70,3%! Dit verschil in percentages is niet alleen zuur omdat mij dit misschien bespaard had kunnen blijven, maar ook omdat ik weet dat ik bij een eventuele volgende zwangerschap een manuele placenta verwijdering zal moeten ondergaan en ik dan waarschijnlijk weer veel bloed zal verliezen. En daardoor ook een verminderde melkproductie zal hebben.

Met deze kennis en vooral de vraag ‘Waarom had de verloskundige al na een half uur besloten aan de navelstreng te trekken?’  ging ik het gesprek met de gynaecologen en de bewuste verloskundige.

Ik liet de resultaten van dit onderzoek zien. Voor deze zorgprofessionals was deze kennis niet nieuw, maar de verloskundig lichtte toe dat zij op dat moment vermoedde dat ik al 500 ml bloed was verloren, waardoor ik een hoger risico had om meer bloed te verliezen.

Maar wat mij het meeste dwarszat was dat ik op dat moment niet daar over was ingelicht en dat mij nooit de keuze is gegeven om langer te wachten op een spontane geboorte van de placenta of over te gaan op een kunstmatige verwijdering van de placenta, met de kans op achterblijvende placentaresten in mijn baarmoeder.

Het protocol ‘Informed consent’ van het betreffende ziekenhuis schrijft ook voor dat een zorgverlener verschillende behandelopties bespreekt, hier informatie over verstrekt en de medische voor- en nadelen hierover deelt. De zorgverlener handelt vervolgens na overleg en toestemming van de patiënt.

Dit is dus allemaal niet gebeurd. En hierdoor zal ik ook nooit weten of de placenta in mijn geval er nog spontaan uit was gekomen en mij al dit leed gespaard was gebleven of niet.

De verloskundige bood wel haar excuses aan en gaf aan dat zij voortaan meer in gesprek zal gaan met de patiënten voordat zij verder zal handelen.

Bronnen

Ast, M. van, Goedhart, M.M., Luttmeer, R., Orelio, C., Deurloo, K.L. & Veerbeek, J. (2019). The duration of the third stage in relation to postpartum hemorrhage. Birth 46(4), 602-607.

Neifert, M.R., McDonough, S.L. & Neville, M.C. (1981). Failure of lactogenesis associated with placental retention. American Journal of Obstetrics and Gynecology 140(4), 477-478.

Perlman, N.C. & Carusi, D.A. (2022). Retained placenta after vaginal delivery: risk factors and management. International Journal of Women’s Health 11, 527-534.

Willis, C.E. & Livingstone, V. (1995). Infant Insufficient Milk Syndrome Associated with Maternal Postpartum Hemorrhage. Journal of Human Lactation 11(2), 123-126.

Gepubliceerd op:

Geschreven door:

Lees meer over:


You cannot copy content of this page